Het was prachtig weer dus de hele familie zat buiten. En mede vanwege het mooie weer kwamen de vakantieplannen op tafel. De een ging hier naartoe en de ander daar. O, ja en als we dan terug komen dan gaan we daarna nog een weekend naar die en die.
Druk, druk, druk. Prachtig natuurlijk om plannen te kunnen maken en leuke dingen te kunnen doen. Maar ik moest ineens denken aan een stukje in de bijbel.
13 Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven we een jaar, we zullen er handeldrijven en geld verdienen.’ 14 U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet. U bent immers maar damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt. 15 U zou moeten zeggen: ‘Als de Heer het wil, zijn we dan in leven en zullen we dit of dat doen.’ 16 Maar u slaat een hoge toon aan en bent daar nog trots op ook. Dat soort trots is volkomen ongepast. 17 Als iemand weet hoe het hoort maar er niet naar handelt, dan zondigt hij.
En ik snap het, want zelf zou ik ook niet zo praten zoals in vers 15 staat. Of steeds de afkorting DV, (Deo volente is een Latijnse uitdrukking, die “zo God het wil” betekent) erbij halen. Maar eigenlijk kunnen we zo niet praten. Want wie zijn we nou helemaal. Morgen zou je dood kunnen zijn. We zouden dan op zijn minst een beetje bescheiden kunnen zijn en het hebben over: “Ik hoop dan en dan dit of dat te gaan doen.” Toch? Niet dan?